Het aansteken van de sigaar
Het is aan te raden om alleen het uiteinde van de sigaar licht te verwarmen – een paar seconden – alvorens de sigaar naar de lippen te brengen. Op die manier creëert men een goed rookkanaal. De eerste trek die u neemt zal dan vrij zijn van iedere bijsmaak, hoe licht ook. Om de sigaar aan te steken, kunt u het beste een houten lucifer, gasaansteker of een brandend houtje gebruiken. De vlam moet klein zijn. De vuurbron moet schuin gehouden worden op ongeveer een centimeter afstand van het uiteinde van de sigaar. Wanneer u de sigaar in uw mond heeft, draait u de sigaar rond terwijl u hem tegen de vlam aanhoudt en kleine trekjes neemt; het doel hiervan is een regelmatige en complete gloeiing van het vuureinde te verkrijgen. Een goed aangestoken sigaar heeft een gelijkmatig en regelmatig brandpunt.
Opnieuw aansteken
Het is geen schande om de sigaar die u rookt uit te laten gaan. U kunt een sigaar die u heeft laten uitgaan direct weer aansteken. Heeft u tweederde of meer gerookt dan moet u de sigaar uit laten. Neem de sigaar niet in uw mond wanneer u hem opnieuw aansteekt. Effen het veraste uiteinde van de sigaar met een lucifer of een ander voorwerp. Neem de sigaar in uw vingers en houd hem tegen de vlam aan, terwijl u hem voorzichtig ronddraait. Twee of drie seconden zijn genoeg. Men kan een sigaar twee tot drie keer opnieuw aansteken.
No comments yet.